Bedrijven lenen medewerkers aan het onderwijs Opfrissen voor de klas

 

Bedrijven lenen medewerkers aan het onderwijs Opfrissen voor de klas

Een paar uur per week staan managers en IT-specialisten voor de klas. Soms een verbijsterende ervaring. ‘Tijdens een les stond een leerling het hele uur de handstand te doen.’

‘Scholieren zijn veel directer dan klanten, daar kunnen werknemers wat van leren’

Annemieke Hartman

Je hebt dus Giph gelezen. Die Giph heeft wel een grote bek hè? Verandert dat een beetje in de loop van het verhaal?’, vraagt de leraar met een literatuurlijst voor zich op het bureau. Zichtbaar zenuwachtig geeft de examenkandidaat antwoord. ‘Nou, uh, volgens mij wel.’
Elke donderdagochtend staat Dick Bruinsma voor de klas. De 41-jarige organisatieadviseur bij IT-dienstverlener Ordina is gedetacheerd op de Pleysierschool in Den Haag en geeft lessen Nederlandse literatuur. Bruinsma doet mee aan het project Bedrijf voor de Klas, dat in 2000 is opgezet door zijn werkgever en het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) waarin alle werkgevers- en werknemersorganisaties van de onderwijssector zijn verenigd.
Inmiddels doen tientallen bedrijven mee uit allerlei branches. Werknemers kunnen zich opgeven om een beperkt aantal uren in de week op een middelbare school te werken. Dat kan zijn als docent, maar ook als onderwijsassistent. Een lesbevoegdheid of ervaring in het onderwijs is hierbij geen vereiste. Affiniteit met de vakken wel. Een accountant kan bijvoorbeeld lessen economie geven, een automatiseringsdeskundige wiskunde en een organisatiedeskundige kan de chaotische schoolorganisatie onder handen nemen.
De onderwijsinspectie verleent vrijstellingen aan mensen met een hbo-diploma of een afgeronde universitaire studie. Het gaat om periodes van enkele maanden. De werknemer blijft bij zijn baas in dienst en krijgt deze uren krijgt gewoon doorbetaald. Daar staat tegenover dat de school het loon van de anders aangetrokken invaller aan het bedrijf overmaakt. Tussen beide bedragen zit meestal een gat, een organisatieadviseur verdient een beduidend hoger salaris dan een onderwijzer. Dit past het bedrijf dus bij.
Dick Bruinsma meldde zichzelf aan als kandidaat. ‘Ik ben ooit afgestudeerd als Neerlandicus en heb dan ook een lesbevoegdheid. Maar verder dan wat lessen geven tijdens mijn stage ben ik nooit gekomen. Het leek me leuk om weer eens wat met mijn oude vak te doen, voor de afwisseling. Want mijn huidige baan bevalt prima. In mijn vrije tijd geef ik lezingen over klassieke muziek, ik hou van vertellen. In dit project kreeg ik de er kans voor’.

Zwagerman en Giphart
Bruinsma werkt op de Haagse Pleysierschool, een school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen. ‘Er zitten hier bijvoorbeeld hoogbegaafden, autisten en kinderen met ADHD op school. Dat is niet altijd makkelijk, maar ze hebben hier wel kleine klassen. Maximaal acht kinderen zitten er in een lokaal.’
In 2001 begon hij met zijn lessen Nederlands. Elke donderdagochtend gaf hij twee blokuren Nederlandse literatuur aan havo- en vwo-leerlingen. De rest van het vak Nederlands werd door een andere docent gegeven. ‘Ik ben hierdoor zelf weer meer gaan lezen’, zegt Bruinsma. ‘Tegenwoordig zetten scholieren boeken van Tim Krabbé, Joost Zwagerman en Ronald Giphart op hun lijst. Wat de lesstof betreft sta ik nog steeds boven hen, die kennis was niet verdwenen’. Hij is meer dan een jaar gebleven. Hij heeft zijn leerlingen voorbereid op hun mondeling examen Nederlands, de jongeren doen Staatsexamen.
Bruinsma kijkt positief terug op het afgelopen schooljaar. ´Het lesgeven is me meegevallen. Ik had hier veel overzicht. Soms ging het er wat chaotisch aan toe. Tijdens een les stond een leerling het hele uur de handstand te doen. Maar de rest had er geen last van, hij gaf ook gewoon antwoord. Dan denk ik: ´laat maar´. Leerlingen nemen sneller wat van je aan dan klanten is mijn ervaring. Maar ze zeggen het meteen als ze zich iets niet voor voorstellen. Ik heb geprobeerd ze meer te laten nadenken. Sommige dingen zijn niet stom, maar alleen maar anders. We lazen boeken uit de Middeleeuwen, bij die tijd konden ze zich heel weinig voorstellen. In het begin zeiden ze ook vaak: "ik vind het een kutboek". Dan zeg ik: "da´s best, maar waarom?" Nu zeggen ze dat niet zo snel meer. Dat geeft je wel een goed gevoel. En elke les is weer anders. Hoewel ik me voor kan stellen dat het onderwijs na een paar jaar ook steeds hetzelfde is.’
Op de Pleysierschool werken nog twee leraren via Bedrijf voor de klas. Maurice van Liempd (32) is een van hen. Hij heeft als internetspecialist een eenmanszaak in Amsterdam. Hij geeft vier uur in de week wiskunde A aan een kleine groep van vijf kinderen. ‘Ik heb zelf de heao gedaan en op de havo had ik ook wiskunde dus de leerstof was voor mij geen probleem. Ik kan het anderen aanraden. Het is erg leuk en afwisselend.’ De Pleysierschool profiteert ook op een ander vlak van de diensten van Van Liempd. Hij ontwerpt een ‘digitale school’: een website voor autistische kinderen die zelf niet naar school durven te gaan. Via de site kunnen ze lessen volgen en communiceren met de docenten.

Veel directer
Initiator van het project Bedrijf voor de Klas is ICT-adviesorganisatie Ordina. Het bedrijf ziet het als een vorm van maatschappelijk ondernemen. ‘Het is gewoon leuk om er naast je gewone werk iets anders te doen’ zegt directeur Tom Rodrigues. En medewerkers leren er ook wat van. ‘Presenteren is belangrijk in ons werk, als je voor de klas kunt presenteren, dan kun je het overal’. In navolging van Ordina doen nu veel meer bedrijven mee. In het bestand van SBO staan kandidaten met uiteenlopende beroepen: van belastingadviseur tot stervensbegeleider en van projectleider tot hoofdelektromonteur ICT-dienstverlener CTG Nederland heeft zich onlangs aangemeld met tien deelnemers. ´Ze zijn nog niet aan lesgeven toegekomen’, zegt projectmanager Rein van de Werf van CTG. ‘Zo vlak voor de zomervakantie was dat lastig. Ikzelf had contact met een school in Utrecht, maar die gaat sluiten. We hopen dat we in september aan de slag kunnen en vakken gaan geven als informatica, economie, wiskunde en maatschappijleer’.
Waarom doet zijn bedrijf mee? ‘Onze werknemers willen hun blik verruimen en vinden het leuk om bezig te zijn met andere disciplines’, antwoordt Van de Werk. ‘Bovendien: scholieren zijn veel directer dan klanten, daar kunnen ze wat van leren.’
In tijden van economische recessie is het bovendien een middel om mensen aan het werk te houden. ‘Wij doen niets anders dan mensen detacheren, maar de periodes tussen twee opdrachten worden nu steeds langer. Nu hebben ze iets te doen. De vergoeding aan ons bedrijf ligt een stuk lager dan bij gewone opdrachten, maar dat geeft niet.’

Teleurstelling
Maatschappelijke betrokkenheid, afwisseling, plezier in het gewone werk en een middel om mensen aan het werk te houden. Allemaal voordelen van Bedrijf voor de Klas, maar het is niet allemaal koek en ei. Deelnemers aan het project hebben weinig contact met collega- docenten. Dick Bruinsma is niet aanwezig tijdens personeelsvergaderingen. Hij heeft alleen te maken met de docente Nederlands die zijn leerlingen grammatica en taalvaardigheid bijbrengt. Van echt integreren is tot teleurstelling van sommigen dan ook geen sprake.
Voor zijn werkgever Ordina is het ook lastig. ‘Mijn baas kan me niet inzetten op fulltime opdrachten’, zegt Bruinsma, ‘want ik ben maar negentig procent beschikbaar’. De roostermakers van de Pleysierschool moeten er rekening mee houden dat Bruinsma alleen op donderdag in Den Haag is. De leerlingen kregen daarom blokuren Nederlandse literatuur.
Schooldirecteur Peter Jansen is tevreden, maar ziet ook de nadelen. Hij heeft nu weer een vacature, maar weet nog niet of hij die via Bedrijf voor de Klas vervult. ‘Het kan ook zijn dat ik liever iemand heb die al die losse uren aan elkaar kan plakken.’ Bovendien is niet iedereen geschikt voor zijn school. ‘Wij zijn een ZMOK-school, dat staat voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, en daar moet je mee om kunnen gaan. Er zitten hier autistische kinderen, hoogbegaafden met bijvoorbeeld gedragsproblemen, en kinderen die nergens anders meer terechtkunnen. Daarom vindt vooraf een uitgebreid intakegesprek plaats. Daar moet uit blijken of de school en de persoon bij elkaar passen’.
Het project lijkt ideaal voor mensen die overwegen een definitieve overstap naar het onderwijs te maken. Zij kunnen een jaar lang kijken of dat echt iets voor hen is. Dick Bruinsma werkt nu weer als fulltime organisatieadviseur. Hij maakt de overstap dus niet. ‘Ik vind leraar een geweldig vak’, legt hij uit. ‘M heb nog genoeg plezier in mijn huidige baan. Financieel zou het niet eens kunnen. Ik heb net een huis gekocht. Ik zou er te veel op achteruit gaan’.

Tijdelijk in het onderwijs
Bedrijf voor de Klas stimuleert bedrijven hun medewerkers tijdelijk uit te lenen aan het voortgezet onderwijs en het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Dat kan bijvoorbeeld als onderwijsassistent, docent en instructeur. Om tijdelijk zonder lesbevoegdheid voor de klas te kunnen staan, moet de deelnemer minimaal in het bezit zijn van een afgeronde hbo of universitair diploma.





Hieronder vindt u de meestgestelde vragen met de bijbehorende antwoorden
Controlelijst voor bedrijven
Controlelijst voor onderwijsinstellingen
Artikel Algemeen Dagblad
Frisse wind van buiten brengt school in beweging
Kansen voor kwaliteit
De ervaring van het lesgeven
Bedrijven lenen medewerkers aan het onderwijs Opfrissen voor de klas

 
 
 


Copyright © 2002-2023 Bedrijf voor de Klas